Karate algemeen
Wado betekent: 'de weg van de harmonie'.
Traditioneel Wado ryu Karate-do streeft naar harmonie tussen lichaam en geest door middel van oude krijgskunstoefeningen, waarin zelfverdediging, filosofie en lichaamskunst gecombineerd worden. Niet alleen het bereiken van bepaalde fysieke einddoelen, maar juist het leerproces, de weg, staat centraal. Fysieke aanleg is van ondergeschikt belang. Daarom is traditioneel Wado ryu Karate-do geschikt voor iedereen.
Bij Karateschool Poleij wordt de nadruk gelegd op de ontwikkeling van jezelf.
Steeds verder gaan in het begrijpen en het beheersen van je lichaam. Karatesport beoefenen in een plezierige sfeer, waar hard getraind wordt, en waar de aandacht voor de mens centraal staat.
Het Wado ryu Karate-do onderscheidt zich dan ook van andere Karate-do-stijlen doordat het naast de gebruikelijke Karate-do technieken ook veel worpen, grepen en klemmen kent. Een aanval wordt vaak 'zacht' en meegaand, met gebruikmaking van de energie van de tegenstander, geneutraliseerd. Karate-do is een lichaamskunst waarbij de persoonlijke ontwikkeling centraal staat. Om bij de complexe bewegingen tot resultaat te komen moèten lichaam en geest in evenwicht samenwerken. Zo wordt het mogelijk harmonie van lichaam en geest te bereiken.
Karate is een sport die geschikt is voor elke leeftijd, met name kinderen leren spelenderwijs het eigen mogelijkheden ontdekken en tegelijkertijd samen met anderen op een actieve manier in contact zijn. Per half jaar wordt een trainingsperiode afgesloten met een examen. Hiermee wordt een periode van aandachtig trainen beloond met een gekleurde slip of band omhoog. Zo'n periode goed afronden betekent vaak ook een gegroeid zelfvertrouwen.
Wado Karate
Oorsprong
Hironori Ohtsuka is de grondlegger van het Wado Ryu karate. Hij werd geboren op 1 juni 1892. Hij kwam op vijfjarige leeftijd in contact met jiu jutsu. In 1905 ging hij naar de middelbare school, waar hij startte met het Shindo Yoshin Ryu Jujutsu. Zijn leraar was Tatsusaburo Nakayama. Deze stijl van jiuj utsu kenmerkte zich door slag- en traptechnieken naar vitale punten van het lichaam en door het natuurlijk ontwijken van een aanval met zo min mogelijk gebruik van energie. Ohtsuka sensei maakte zich deze vorm van jiu jutsu zo goed eigen dat hij in 1921 het menkyo (het diploma van volledige bekwaamheid) behaalde. In 1922 zag Ohtsuka sensei een karatedemonstratie die werd gegeven door Gichin Funakoshi sensei, de grondlegger.